Bingo spelregels
Het bingospel bestaat uit verschillende varianten. De bingo spelregels verschillen vaak afhankelijk per land of regio. Het doel is altijd hetzelfde: Als eerste speler het juiste patroon op de bingokaart krijgen. De spelleider draait de nummers met de bingomolen of met het elektronische bingoapparaat, waarna de speler het getrokken nummer markeert als deze op de bingokaart aanwezig is.
De eerste speler die het vooraf bekend gemaakte patroon vol heeft, roept BINGO en wint. Het spel kan nu worden vervolgd met een nieuw patroon en/of de volle kaart. Na de volle kaart, volgt een nieuwe ronde.
Bingokaart
Het bingospel bevat de getallen 1-75. Iedere kaart bestaat uit 24 getallen. Op het vakje in het midden van de bingokaart is geen getal aanwezig, die krijg je van ons cadeau.
Bovenaan de bingokaart staan de letters B I N G O
De B kolom bevat 5 getallen uit de reeks 1 t/m 15
De I kolom bevat 5 getallen uit de reeks 16 t/m 30
De N kolom bevat 4 getallen uit de reeks 31 t/m 45
De G kolom bevat 5 getallen uit de reeks 46 t/m 60
De O kolom bevat 5 getallen uit de reeks 61 t/m 75
Patronen
Je kunt direct voor een ‘volle kaart’ spelen of voor tussenrondes met verschillende patronen. Zoals de horizontale of verticale lijn. Ook kun je spelen tot er een O, X, L, een vierkantje of een andere van tevoren afgesproken vorm bereikt is.
Aantal
De speler kan meestal zelf beslissen hoeveel bingokaarten er per spelronde worden aangekocht. Zo speelt de ene speler graag met 1 kaart per bingoronde terwijl een ander liever de kansen vergroot en met meerdere kaarten tegelijk speelt.
Wat heb je nodig?
– Bingokaarten
– Bingomolen of Elektronische Bingomachine
– Bingodabbers of Bingofiches
Om de bingo spelregels te bewaren of printen klik je hier.